AVG Borgingsproduct 3.0 Toetsingskader
Met Borgingsproduct versie 3.0 kan een organisatie toetsen in hoeverre de organisatie doorlopend in staat is om de naleving van de AVG te waarborgen. Het Borgingsproduct schrijft precies de zaken voor die geregeld moeten zijn om de organisatie in staat te stellen om voortdurend aan de wet te kunnen blijven voldoen. De gedachte daarachter: Fundamentele zaken op orde zijn, alvorens de organisatie over optimalisaties kan gaan nadenken. Borgingsproduct versie 3.0 zet deze fundamentele zaken op een rij, en schept de kaders om vorm te geven aan de risico-gebaseerde elementen uit de AVG. Alles wat in Borgingsproduct versie 3.0 staat, moet in beginsel worden beschouwd als noodzakelijk om de organisatie voortdurend in staat te stellen om aan de AVG te voldoen. Eventuele optionele zaken (nice to haves) worden in Borgingsproduct versie 3.0 niet genoemd. Hiermee wordt dezelfde aanpak gevolgd als met de BIO: in beginsel zijn alle maatregelen verplicht, tenzij gemotiveerd kan worden onderbouwd waarom een bepaalde maatregel in een concreet geval niet van toepassing is.
Versie 1.0 (rev)